Maskers
Met een jetlag boodschappen halen was niet Eva's ideale begin van het weekeinde maar de aard van haar werkzaamheden liet haar vaak geen andere keus. Ze was de avond ervoor rond zeven uur thuis gekomen van een vlucht van Dubai naar Amsterdam. Het mocht al een wonder heten dat ze zonder noemenswaardig oponthoud van Schiphol naar haar huis in Alkmaar had kunnen rijden; in deze tijd van het jaar was het altijd maar afwachten wat het Nederlandse weer deed. Mist of ijzel waren geen uitzonderingen in de maand december. Ze was zo moe geweest dat ze bij thuiskomst meteen haar bed was ingerold. De laatste jaren begon het gebrek aan structuur dat haar werk als stewardess bij de nationale vliegtuigmaatschappij nu eenmaal met zich meebracht haar meer en meer op te breken; met haar acht en dertig jaar werd ze in deze baan al bijna beschouwd als senior. Ze rekte zich uit en kneep haar ogen dicht tegen het licht dat door de slaapkamergordijnen kierde en wierp een blik op de wekker. Het was al negen uur, maar ze had het gevoel alsof het slechts een uur geleden was dat ze in bed was gestapt. Koffie, dat moest ze hebben. Daarvan zou ze opknappen. Het punt echter was dat ze geen koffie meer in huis had. Normaal haalde haar onderbuurvrouw wat boodschapjes voor haar, maar dit keer had Antonia niet op haar telefoontjes gereageerd. Eva glimlachte; hoogstwaarschijnlijk was Antonia bij haar partner in Haarlem en had ze wel wat anders aan haar hoofd. Ze sloeg haar benen over de rand van het bed en rilde; wat was de vloer koud! Ze viste een paar sokken onder het bed vandaan en schoot snel in haar warme badjas. In Dubai was het achtendertig graden geweest. In Alkmaar had het vannacht vijf graden gevroren. Geeuwend trok ze de gordijnen in de woonkamer open. Ze werd verrast met een teer en wit landschap van rijp op bomen en struiken. In de verte lagen de weilanden in de nevel, maar de ochtendzon probeerde er doorheen te breken. Ze rekte zich even uit en zuchtte tevreden: in ieder geval lag er nu een vrije week voor haar: overmorgen was het Kerstmis en op oudejaarsdag zat ze alweer in de lucht. Weg van de herinneringen. Ze trok de deur van de koelkast open en inspecteerde haar voorraad. Met pen en papier onder handbereik begon ze aan haar boodschappenlijst. Eerst maar even naar de kruidenier op de hoek voor de eerste levensbehoeften en een snel ontbijt.
Ze douchte snel en besteedde weinig aandacht aan haar kleding; een jeans en dikke trui was voldoende. Geen make up op; heerlijk, de frisse winterlucht op haar wangen.
Een half uur later zat ze aan haar ronde eettafel met een grote mok hete koffie waar de damp van opsteeg en een bruine pistolet met kaas de post door te nemen. Er was een aantal kerstkaarten van vrienden en van een enkel ver familielid die allang was vergeten waarom ze liever met de feestdagen werkte. Ze fronste haar wenkbrauwen: er was geen kaartje bij van Antonia. Dat was vreemd. Normaal was Antonia één van de eersten. Vaak kwam haar kaartje zelfs al kort na Sinterklaas. Peinzend staarde ze naar buiten. De nevel had het ondertussen gewonnen van de zon. Ofschoon het pas elf uur in de ochtend was, leek het al ver in de middag. ‘De donkere dagen voor Kerstmis’ scheen zoiets te heten.
Deze maand was druk geweest. Na Sinterklaas had ze bijna ieder dag wel een vlucht gehad; vaak korte trips. Bestemmingen in Europa. Met té weinig tijd tussen de ene en de andere trip om haar sociale contacten te kunnen onderhouden, een extra dweil door de badkamer te halen of gezond voor zichzelf te koken en met regelmaat haar postbus te legen. Ze steunde haar kin in haar hand; goedbeschouwd waren de keren dat zij bij Antonia over de vloer kwam op één hand te tellen, terwijl Antonia echter met de nodige regelmaat ervoor zorgde dat haar koelkast gevuld was wanneer ze weer eens van een vlucht thuiskwam en ze nauwelijks tijd had om erop uit te gaan omdat een nieuwe klus zich alweer snel aan diende. Soms voelde ze zich hierover bezwaard; Antonia was nu eenmaal niet meer één van de jongsten, hoewel je haar vijfenzeventig jaar nauwelijks aanzag. Integendeel. Eva grinnikte even en stond op om zich nog eens koffie bij te schenken. Antonia zag er altijd tiptop uit, gekleed naar de laatste mode, maar uiteraard afgestemd op haar leeftijd, met een bescheiden make up en zilverwit haar dat in een vlotte coupe was geknipt. Ze had haar hele leven in de mode gezeten, had in de meest gerenommeerde boetieks van de hoofdstad gewerkt en lange, intensieve dagen gemaakt. Nu was ze met pensioen, maar Antonia was allerminst het type dat achter de geraniums zat weg te kwijnen. Antonia hield ervan om gezellig de stad in te gaan, te gaan shoppen, ergens uitgebreid te gaan lunchen en de dag af te sluiten met een alcoholisch drankje. De wekelijkse bingo in het plaatselijke buurthuis classificeerde Antonia als 'iets voor oude mensen' en in plaats daarvan bezocht ze liever een tentoonstelling. In de zomermaanden mocht Antonia haar middagen graag doorbrengen op één van de vele terrassen langs de boulevard van Noordwijk met uitzicht op zee. Ze had geen idee of Antonia eigenlijk veel vrienden had. Daarvoor was zij, Eva, te weinig thuis en als ze thuis was, dan sliep ze. Eva zuchtte en ging bij het raam staan om naar buiten te kijken. Doorgaans had ze vanuit haar woonkamer raam op de vijftiende verdieping een fantastisch uitzicht over de weilanden en bij helder weer op de hoogbouw rond Amsterdam, maar de hardnekkige nevel ontnam nu al het zicht. Ze sloeg haar armen over elkaar en ondanks de warme, los gebreide trui huiverde ze. De gezelligheid van de feestdagen stond in schril contrast met haar stemming. Het liefst had ze gedurende de kerstdagen ook gewerkt, maar haar lijf gaf aan dat het voor nu even voldoende was. Ze had de gehele maand al genoeg extra uren gemaakt. Het was maar goed dat Maaike tweede kerstdag kwam eten met de kleine Jolijn; een stok achter de deur. Een reden om het voor haar zus en haar nichtje gezellig te maken... Ze schokschouderde even. Ach ja, en misschien ook een beetje voor zichzelf. Stephanie zou nu ongeveer dezelfde leeftijd hebben gehad als Jolijn. Die twee hadden leuk met elkaar kunnen spelen.... Ze maakte zich los van het raam. Het had geen zin om erbij stil te blijven staan. Op de ontbijttafel lag haar blocnote op haar te wachten. Er moest een boodschappenlijst komen. Het was veel beter om zich daar maar eens mee bezig te gaan houden.
Het leven zat wonderlijk in elkaar wanneer je bedacht dat mensen met een minimum inkomen zich nauwelijks iets extra's met de feestdagen konden veroorloven, terwijl zij hier in een supermarkt liep en haar boodschappenkar volstouwde met lekkere dingen, maar haar hart er nauwelijks bij was. Ze voegde een luxe kerststol aan haar boodschappen toe en vroeg zich af of juist misschien dié mensen op de een of andere manier 'rijker' waren. Met een familie, vrienden en geliefden om zich heen. Warmte. Gezelligheid.
Ze zuchtte diep. Ze moest hiermee ophouden. Ze hád familie. Ze zou het ook gezellig maken, ondanks het gemis. Bij de bloemen- en plantenafdeling kocht ze voor zichzelf een bos rode rozen waarvan de tere blaadjes bedekt waren met een laagje goudglitter. Ze nam meteen ook een rijk bloeiende kerstster voor Antonia mee. Geduldig wachtte ze in de lange rij voor de kassa, starend naar de bos bloemen bovenop de boodschappen. Was dat laagje goudglitter eigenlijk niet het laagje dat de meeste mensen rond deze dagen over hun emoties als gemis, eenzaamheid, schaarste in wat voor vorm dan ook, verdriet of rouw legden? Had ze daarom deze bloemen gekocht? Het was waar: in deze periode van het jaar miste ze het gezin zoals ze het had gekend, háár gezinnetje, het meest. Daarom was ze zo dankbaar dat Antonia sinds kort weer contact had met haar ex partner. Antonia was jaren geleden gescheiden. De reden waarom was haar nooit helemaal duidelijk geworden. Antonia bleef daar wat vaag over. Maar afgelopen zomer had Antonia haar verteld dat ze af en toe weer voorzichtig contact met elkaar hadden. Tien dagen geleden was ze haar tegengekomen in de centrale hal van de flat en toen had Antonia verteld dat ze misschien weg zou zijn met de feestdagen.
"Filip heeft me uitgenodigd om de kerstdagen bij hem door te brengen." Haar donkerbruine ogen hadden gestraald. "Zoals je weet, woont hij in Haarlem." Die informatie was nieuw voor haar geweest.
"Hmmm, misschien heb je me dat al eens verteld, maar is me dat ontschoten. Hoe dan ook, ik wens je heerlijke feestdagen toe, Antonia. Wat fijn, dat jullie weer contact met elkaar hebben. Het is je van harte gegund." Ze herinnerde zich dat Antonia in een vertrouwelijk gebaar haar gehandschoende hand op haar arm had gelegd. Handschoenen van het allerduurste leer, zoals alleen Antonia die kon dragen.
"We hebben het zelfs al voorzichtig over trouwen gehad." Het kleine, frêle vrouwtje -haar geringe lengte overbruggend met klassieke, zwarte pumps en gehuld in een charmant beige bontjasje- had gestrááld. Ze was oprecht blij geweest voor de oudere vrouw.
"Ik weet dus niet of ik er zal zijn om boodschappen voor je te kunnen doen, Eva." Antonia had haar verontschuldigend aangekeken. Ze had haar hoofd geschud.
"Geeft niet. Ga jij nu maar heerlijk genieten! Ik ben de tweeëntwintigste weer thuis. Voldoende tijd en gelegenheid om boodschappen in huis te halen.” Ze had Antonia verteld dat haar zus Maaike met haar dochtertje Jolijn op tweede kerstdag bij haar zouden komen eten en Antonia's gezicht was opgeklaard.
"Dat is mooi, mensen moeten niet alleen zijn met de kerstdagen. Niets erger dan dat."
Ze schrok op uit haar herinneringen toen het haar beurt bij de kassa was en haalde haar portemonnee voor de dag. Straks zou ze de kerstster voor Antonia even bij haar binnen zetten en de plant wat water geven. Ze kwam wel niet vaak bij haar onderbuurvrouw over de vloer, maar ze hadden over en weer wel elkaars sleutel.
De doodenkele keer dat ze bij haar buurvrouw een voet over de drempel zette, was ze altijd een beetje bang iets vuil te maken of per ongeluk iets om te stoten. Bij Antonia lagen nu eenmaal de tijdschriften en kranten niet slordig in de lectuurbak, zelden stond er een gebruikt kopje of bordje op het aanrecht en altijd hing er een geur van een of ander schoonmaakmiddel. Ze snoof. Dit keer was het een dennengeur. Antonia hield van wit. De wanden van haar woning waren wit, de overgordijnen in de woonkamer hielden het midden tussen gebroken wit en ecru en ook het lederen hoekbankstel was wit. Daarnaast hield Antonia van sierglaswerk. De vitrinekast die tegen de muur tegenover de televisie stond, stond er propvol mee en aan beide zijden van het bankstel prijkten twee enorme vazen waarin hoge takken met rode bessen stonden. Het hele interieur ademde klasse uit, zoals Antonia klasse uitstraalde. Eva staarde een kort moment naar de kale neuzen van haar afgetrapte laarzen en hoopte maar dat de zolen redelijk schoon waren; het hoogpolige grijze tapijt zou vast lastig te reinigen zijn. Omzichtig, de kerstster dicht tegen zich aanhoudend, liep ze naar de smetteloze keuken. Ineens ving haar blik de talloze kerstkaarten aan linten aan de huiskamerdeur. 'Wat leuk dat er nog zoveel mensen aan de oudere vrouw dachten....' Nadat ze de plant water had gegeven liet ze hem voor alle zekerheid maar op het aanrecht staan: daar kon hij weinig kwaad. Antonia moest zelf maar bekijken waar ze hem wilde zetten; ze moest er niet aan denken om vochtige aarde te morsen in deze omgeving. Snel krabbelde ze een kerstgroet op de kaart die ze had gekocht, schoof hem in de enveloppe en zette hem tegen de plant. Ze stak haar hoofd om de inspringende muur waarachter Antonia haar eettafel had staan en stond een moment als aan de grond genageld. De tafel was voor vijf personen gedekt en geheel in kerstsfeer opgemaakt; hij leek zo te zijn weggeplukt uit een toonkamer bij Intratuin. Eva keek om zich heen; was Antonia dan toch thuis? Verwachtte ze gasten? En Filip dan? Ze opende de toegangsdeur naar de lange gang en riep Antonia's naam. Het was doodstil in huis. Alleen het slingeruurwerk van de pendule op het dressoir tikte de minuten van de grijze, kille middag weg. Antonia's slaapkamerdeur stond open. Aarzelend betrad ze de gang, niet wetend wat ze zou aantreffen. Ze kon er de vinger niet achter krijgen, maar iets klopte er niet. Ze stak haar hoofd om de deur en herademde. Het bed zag er onbeslapen uit en was keurig netjes opgemaakt. Haar aandacht werd getrokken naar een portretfoto in een fraai lijstje op het nachtkastje. Het was het portret van een oudere, maar charmante man met een forse, grijze snor, een brede glimlach en een twinkeling in zijn ogen. 'Dit moest Filip zijn; dat kon haast niet anders...' Toch was er iets vreemds aan de foto. Aarzelend liep ze naderbij; voor een foto glansde hij wel erg onnatuurlijk. Ze pakte het lijstje op en bekeek de afbeelding nauwkeurig; het was helemaal geen foto! Het leek op de afbeelding uit een blad of tijdschrift. Ze vroeg zich af of ze het moest doen; kon ze zomaar op onderzoek uitgaan? Maar haar wijsvinger haakte het hoekje al los waarmee de achterzijde van het lijstje op zijn plaats werd gehouden. Een dun velletje papier dwarrelde uit het frame voor haar voeten op de grond. Ze bukte zich om de afbeelding op te rapen. Ze had het bij het rechte eind gehad; het was geen foto. Het was gewoon een uitgeknipte afbeelding. Fronsend draaide ze de afbeelding om; op de achterzijde was een deel van een of ander recept te lezen. Ze had werkelijk geen idee wat ze hiervan moest denken; had Filip in een of ander tijdschrift gestaan? Had Antonia daarom de foto uitgeknipt? Zo voorzichtig mogelijk stopte ze de afbeelding weer terug in het lijstje en zette het terug op het nachtkastje. In gedachten verzonken liep ze terug naar de woonkamer. Ze greep haar sleutels van het aanrechtblad en keek naar de talloze kaarten op Antonia's woonkamerdeur. Er waren een paar zeer fraaie dubbele kaarten bij met mooie, sfeervolle winterse taferelen. Ze kwam naderbij om ze wat beter te kunnen bekijken. Niet alle kaarten echter waren even goed vastgezet met een knijpertje. Sommige vielen open en tot haar stomme verbazing blanco. Onbeschreven. Met een groeiend gevoel van onbehagen tilde ze het lint op waaraan de kaarten hingen. Op de enkelvoudige kaarten stond op de achterkant evenmin iets. En het andere lint dan? Van de tien kaarten bleek er één beschreven te zijn. Het was een kaart van Filip en hij schreef dat hij ernaar uitzag om de kerstdagen met Antonia in Haarlem door te brengen. Maar het handschrift… Ook daar was iets mee... Antonia krabbelde vaak een groet voor haar neer wanneer ze voor haar de boodschappen gehaald had; ze kende dit handschrift of ze moest zich wel heel erg vergissen. Dit was duidelijk het handschrift van Antonia. Perplex staarde ze naar de woonkamerdeur. Vijfentwintig blanco kerstkaarten en één die ze hoogstwaarschijnlijk aan zichzelf gericht had.
De weerman op het acht uur journaal voorspelde natte sneeuw. Halverwege de nacht kon het overgaan in sneeuw die bleef liggen. De kans erop was het grootst in het oosten en noorden van het land. Ze luisterde slechts met een half oor. Het unheimische gevoel dat haar had overvallen toen ze in de flat van Antonia was, liet zich niet gemakkelijk wegredeneren. Het bleef vreemd, heel vreemd. Ze trok de warme plaid dichter om haar benen en nam een slok van haar rode wijn. Voor haar op de salontafel stond de doos waarin de pizza had gezeten die ze had laten bezorgen; ze had het zichzelf maar gemakkelijk gemaakt. Ze gaapte achter haar hand en keek naar buiten: het sneeuwde al. Al met al was het een natte, kille bedoening buiten en niet voor de eerste keer vroeg ze zich af waar Antonia kon zijn. Was er überhaupt wel een ex echtgenoot die haar opnieuw ten huwelijk had gevraagd? Zat Antonia wel in Haarlem? Zo niet, waar dan? Ongedurig stond ze op en ging uit het raam staan kijken. In de verte glinsterden de lichtjes van de stad. Wie kon ze bellen? Antonia had geen 06 nummer. Evenmin waren er kinderen die ze kon bellen. Antonia was kinderloos gebleven. Moest ze de politie bellen? En wat dan? Wat had ze voor bewijs dat er iets ergs was gebeurd? Ja, ze had wat vreemde ontdekkingen gedaan, maar wat kon de politie daarmee? Het waren veronderstellingen geen vaststaande feiten. Rond de klok van tien begon haar jetlag weer op te spelen; in bed kruipen en lekker lang slapen was ineens heel erg aanlokkelijk. Ze knipte de schemerlampen uit, draaide de thermostaat van de verwarming lager en slenterde naar de badkamer om haar tanden te poetsen. Tien minuten later lag ze onder het dikke dekbed. Ze rolde zich op haar linkerzijde en bedacht dat ze vergeten was de overgordijnen dicht te doen; dikke, natte vlokken bleven aan haar ruit plakken om vervolgens als grote tranen langs het glas verder naar beneden te rollen. Waar Antonia ook was, Eva kon alleen maar hopen dat de oude vrouw in deze koude nacht ergens zou zijn waar het warm en veilig was.
Ze werd wakker van haar telefoon. Zo middenin de nacht klonk het geluid alarmerend. Haar gedachten waren meteen weer bij Antonia. Ze wierp een blik op de wekker; het was net drie uur geweest. Ze graaide naar haar telefoon en was eigenlijk nauwelijks verbaasd toen bleek dat ze met de politie sprak. Antonia was gevonden op een bankje in het Schoterbos in Haarlem. Koud, verkleumd en in de war, maar ook weer niet zo in de war om te vergeten de politiemensen het nummer van haar buurvrouw te geven.
"U bent mevrouw van Rijn?"
"Dat ben ik. Ik begrijp dat mevrouw Kriek mijn telefoonnummer bij zich had?"
"U staat in haar adressenboekje, mevrouw, als ICE nummer."
"Oh." Ze was even perplex. "Oké, ik begrijp het, geloof ik...." Tientallen vragen rezen in haar op; wat ter wereld deed Antonia in het Schoterbos in Haarlem? Nota bène met dit weer?! En waar was Filip? Bestond hij eigenlijk wel? Of was hij een macaber verzinsel?
"Mevrouw blijft een nachtje ter observatie in het ziekenhuis", verbrak de stem van de agente haar gedachtegang. "Ze was behoorlijk onderkoeld en maakte een nogal verwarde indruk. Als alles verder met haar in orde is, dan kan ze morgen terug naar huis. Ik zal u het telefoonnummer van het ziekenhuis geven; daar kunnen ze u morgen meer vertellen. U bent in staat om haar op te komen halen? Ik bedoel, wat we van mevrouw Kriek begrepen is er verder geen familie, behalve een verre neef die in Nieuw Zeeland woont. Mevrouw is kinderloos, dus...." De stem van de agente stierf weg.
"Ik begrijp het. Geen probleem, ik kan haar komen ophalen. Maar ehm... ", ze zocht naar woorden, "kunt u me iets meer over de toedracht vertellen? Het hoe en waarom? Ik bedoel, ik ken haar zo helemaal niet, eigenlijk. Ik ben haar buurvrouw. We spreken elkaar niet zo heel vaak, maar ze heeft op mij nog nooit een verwarde indruk gemaakt." De agente aan de andere kant schraapte haar keel.
"We zien dit helaas steeds vaker gebeuren, mevrouw van Rijn. Oudere mensen die op zichzelf wonen, die in principe in staat zijn om zichzelf te verzorgen en ook zelf hun woning bijhouden, maar door ouderdom en vaak ook vanwege een stuk eenzaamheid dingen beginnen te vergeten. Soms wordt er ook wat gemakkelijker naar een borreltje gegrepen, met alle gevolgen van dien... Mevrouw heeft vroeger in Haarlem gewoond, vertelde ze. Daar liggen de meeste herinneringen voor haar, maar er is in de loop der jaren ook veel veranderd en bijgebouwd in de stad. Ze was licht onder invloed van alcohol toen we haar vonden. Het lijkt erop dat ze de weg een beetje is kwijt geraakt, letterlijk en figuurlijk, waardoor ze is gaan dwalen. Toen we haar vonden zei ze dat ze naar huis moest, omdat Filip op haar wachtte. Ze gaf een adres in de buurt van het Spaarne op. We zijn daar naartoe gereden maar er bleek geen Filip te wonen. "
"Ach, nee..." Eva slikte.
"Ouderen zoals mevrouw Kriek verkeren vaak in de stellige overtuiging dat hun gezin nog op het opgegeven adres woont, maar als je daar dan komt, blijken er heel andere mensen te leven. Realiteit en herinneringen lijken door elkaar te lopen."
"En toekomst", voegde ze eraan toe.
"Pardon?"
Ze vertelde wat ze die middag in de flat van Antonia had ontdekt en dat Antonia haar een paar maanden geleden had verteld dat haar ex partner weer contact met haar had opgenomen en dat ze nadachten over een nieuwe start.
Ze hoorde een diepe zucht aan de andere kant van de lijn.
"Triest, dit soort situaties. Diep triest. Mevrouw heeft ons hierover niets verteld. Nadat we met haar terug op het bureau waren, hebben we haar koffie en koek aangeboden. Daar leefde ze duidelijk van op. Maar ook dit zien we vaker gebeuren. Dan beginnen ze te praten over vroeger. Ineens zijn ze dan weer in de realiteit. Is het de aandacht die ze op zo'n moment krijgen? Wie zal het zeggen? Ze vertelde dat ze een groot deel van haar leven met haar ex partner Filip aan de Kloppersingel heeft gewoond...."
"Zou het beginnende Alzheimer kunnen zijn?" opperde Eva. Het duurde even voordat de agente aan de andere kant van de lijn antwoord gaf.
"Ik ben geen deskundige op dit vlak. Vandaar dat het goed is dat ze een geriatrisch onderzoek krijgt en een nachtje ter observatie in het ziekenhuis blijft. Maar zoals ik al zei, ik heb dit vaker gezien. Ik verwacht dat het hierbij blijft."
Eva krabbelde het telefoonnummer van het ziekenhuis neer waar Antonia verbleef en de agente drukte haar op het hart toch vooral lekker te gaan slapen en pas de volgende dag in de loop van de ochtend te bellen.
"Er wordt goed voor mevrouw Kriek gezorgd. Hoogstwaarschijnlijk slaapt ze nu." Nadat ze het gesprek had verbroken, stond ze een hele tijd in gedachten verzonken naar buiten te kijken, de donkere nacht in. Zou zij over veertig jaar ook zo zijn? Zoekend naar het graf van haar gestorven dochtertje en naar Leon? Leon, die de plotselinge dood van zijn dochtertje nooit goed had kunnen verwerken, en wat de reden was geweest dat ze vier jaar geleden uit elkaar waren gegaan. Zou er dan iemand zijn die naar haar omkeek als ze zo eenzaam en verward was? Ze moest denken aan een bekend lied en zong zachtjes de laatste paar regels de stille, donkere nacht in: “Als het einde komt en als ik dan bang ben, mag ik dan bij jou?”
Ze had nooit gedacht op eerste kerstdag samen met Antonia te zullen gourmetten, maar hier zaten ze dan toch: aan Antonia’s feestelijk gedekte tafel met allemaal lekkere hapjes en dingetjes. Antonia was weer gewoon haar eigen stralende zelf en zag er als om door een ringetje te halen uit. Toch lag er iets kwetsbaars in die mooie, donkerbruine ogen wat Eva nooit eerder echt was opgevallen. Inmiddels was het haar duidelijk dat Antonia heel veel ballen in de lucht hield om vooral niet eenzaam of zielig te worden gevonden. Antonia lachte haar stralend toe.
"Ik was een beetje in de war. Maar kind, wat heerlijk dat jij kwam om me te redden!"
Eva schoot in de lach om de manier waarop ze zich uitdrukte.
"En wat fijn dat alles psychisch gezien in orde is met je, Antonia..." De oudere vrouw glimlachte en schonk zichzelf nog een glaasje rode wijn in. Eva legde even haar hand op de arm van Antonia. "Je weet wat de arts hebt gezegd, hè? Dat je hier" -ze tikte met de nagel van haar wijsvinger tegen de fles- "wel in moet gaan matigen.” Ze trok even een gezicht. "Sorry, ik wil niet als een schooljuffrouw klinken." Antonia schudde haar hoofd.
"Nee, het is goed. Jullie hebben gelijk. Allemaal. Maar wijn maakt me altijd een beetje lichter en vrolijker. Ik wil in deze tijd van het jaar niet herinnerd worden aan het feit dat Filip is weg gegaan. Liever denk ik dan aan onze goede jaren in Haarlem..." Ze staarde in haar glas, ver weg met haar gedachten. “Oh, Eva, zoveel goede herinneringen..." Ze knikte even instemmend. "Ja, toch ook. Ondanks...." Eva greep haar hand, glimlachte even om de keurig gemanicuurde en gelakte nagels.
"Wil je me erover vertellen, Antonia? Ik ben heel erg benieuwd naar jouw verhalen." De oudere vrouw knikte en begon te stralen.
"Als jij alvast water voor de thee op zet, dan haal ik de fotoalbums..."
Met een jetlag boodschappen halen was niet Eva's ideale begin van het weekeinde maar de aard van haar werkzaamheden liet haar vaak geen andere keus. Ze was de avond ervoor rond zeven uur thuis gekomen van een vlucht van Dubai naar Amsterdam. Het mocht al een wonder heten dat ze zonder noemenswaardig oponthoud van Schiphol naar haar huis in Alkmaar had kunnen rijden; in deze tijd van het jaar was het altijd maar afwachten wat het Nederlandse weer deed. Mist of ijzel waren geen uitzonderingen in de maand december. Ze was zo moe geweest dat ze bij thuiskomst meteen haar bed was ingerold. De laatste jaren begon het gebrek aan structuur dat haar werk als stewardess bij de nationale vliegtuigmaatschappij nu eenmaal met zich meebracht haar meer en meer op te breken; met haar acht en dertig jaar werd ze in deze baan al bijna beschouwd als senior. Ze rekte zich uit en kneep haar ogen dicht tegen het licht dat door de slaapkamergordijnen kierde en wierp een blik op de wekker. Het was al negen uur, maar ze had het gevoel alsof het slechts een uur geleden was dat ze in bed was gestapt. Koffie, dat moest ze hebben. Daarvan zou ze opknappen. Het punt echter was dat ze geen koffie meer in huis had. Normaal haalde haar onderbuurvrouw wat boodschapjes voor haar, maar dit keer had Antonia niet op haar telefoontjes gereageerd. Eva glimlachte; hoogstwaarschijnlijk was Antonia bij haar partner in Haarlem en had ze wel wat anders aan haar hoofd. Ze sloeg haar benen over de rand van het bed en rilde; wat was de vloer koud! Ze viste een paar sokken onder het bed vandaan en schoot snel in haar warme badjas. In Dubai was het achtendertig graden geweest. In Alkmaar had het vannacht vijf graden gevroren. Geeuwend trok ze de gordijnen in de woonkamer open. Ze werd verrast met een teer en wit landschap van rijp op bomen en struiken. In de verte lagen de weilanden in de nevel, maar de ochtendzon probeerde er doorheen te breken. Ze rekte zich even uit en zuchtte tevreden: in ieder geval lag er nu een vrije week voor haar: overmorgen was het Kerstmis en op oudejaarsdag zat ze alweer in de lucht. Weg van de herinneringen. Ze trok de deur van de koelkast open en inspecteerde haar voorraad. Met pen en papier onder handbereik begon ze aan haar boodschappenlijst. Eerst maar even naar de kruidenier op de hoek voor de eerste levensbehoeften en een snel ontbijt.
Ze douchte snel en besteedde weinig aandacht aan haar kleding; een jeans en dikke trui was voldoende. Geen make up op; heerlijk, de frisse winterlucht op haar wangen.
Een half uur later zat ze aan haar ronde eettafel met een grote mok hete koffie waar de damp van opsteeg en een bruine pistolet met kaas de post door te nemen. Er was een aantal kerstkaarten van vrienden en van een enkel ver familielid die allang was vergeten waarom ze liever met de feestdagen werkte. Ze fronste haar wenkbrauwen: er was geen kaartje bij van Antonia. Dat was vreemd. Normaal was Antonia één van de eersten. Vaak kwam haar kaartje zelfs al kort na Sinterklaas. Peinzend staarde ze naar buiten. De nevel had het ondertussen gewonnen van de zon. Ofschoon het pas elf uur in de ochtend was, leek het al ver in de middag. ‘De donkere dagen voor Kerstmis’ scheen zoiets te heten.
Deze maand was druk geweest. Na Sinterklaas had ze bijna ieder dag wel een vlucht gehad; vaak korte trips. Bestemmingen in Europa. Met té weinig tijd tussen de ene en de andere trip om haar sociale contacten te kunnen onderhouden, een extra dweil door de badkamer te halen of gezond voor zichzelf te koken en met regelmaat haar postbus te legen. Ze steunde haar kin in haar hand; goedbeschouwd waren de keren dat zij bij Antonia over de vloer kwam op één hand te tellen, terwijl Antonia echter met de nodige regelmaat ervoor zorgde dat haar koelkast gevuld was wanneer ze weer eens van een vlucht thuiskwam en ze nauwelijks tijd had om erop uit te gaan omdat een nieuwe klus zich alweer snel aan diende. Soms voelde ze zich hierover bezwaard; Antonia was nu eenmaal niet meer één van de jongsten, hoewel je haar vijfenzeventig jaar nauwelijks aanzag. Integendeel. Eva grinnikte even en stond op om zich nog eens koffie bij te schenken. Antonia zag er altijd tiptop uit, gekleed naar de laatste mode, maar uiteraard afgestemd op haar leeftijd, met een bescheiden make up en zilverwit haar dat in een vlotte coupe was geknipt. Ze had haar hele leven in de mode gezeten, had in de meest gerenommeerde boetieks van de hoofdstad gewerkt en lange, intensieve dagen gemaakt. Nu was ze met pensioen, maar Antonia was allerminst het type dat achter de geraniums zat weg te kwijnen. Antonia hield ervan om gezellig de stad in te gaan, te gaan shoppen, ergens uitgebreid te gaan lunchen en de dag af te sluiten met een alcoholisch drankje. De wekelijkse bingo in het plaatselijke buurthuis classificeerde Antonia als 'iets voor oude mensen' en in plaats daarvan bezocht ze liever een tentoonstelling. In de zomermaanden mocht Antonia haar middagen graag doorbrengen op één van de vele terrassen langs de boulevard van Noordwijk met uitzicht op zee. Ze had geen idee of Antonia eigenlijk veel vrienden had. Daarvoor was zij, Eva, te weinig thuis en als ze thuis was, dan sliep ze. Eva zuchtte en ging bij het raam staan om naar buiten te kijken. Doorgaans had ze vanuit haar woonkamer raam op de vijftiende verdieping een fantastisch uitzicht over de weilanden en bij helder weer op de hoogbouw rond Amsterdam, maar de hardnekkige nevel ontnam nu al het zicht. Ze sloeg haar armen over elkaar en ondanks de warme, los gebreide trui huiverde ze. De gezelligheid van de feestdagen stond in schril contrast met haar stemming. Het liefst had ze gedurende de kerstdagen ook gewerkt, maar haar lijf gaf aan dat het voor nu even voldoende was. Ze had de gehele maand al genoeg extra uren gemaakt. Het was maar goed dat Maaike tweede kerstdag kwam eten met de kleine Jolijn; een stok achter de deur. Een reden om het voor haar zus en haar nichtje gezellig te maken... Ze schokschouderde even. Ach ja, en misschien ook een beetje voor zichzelf. Stephanie zou nu ongeveer dezelfde leeftijd hebben gehad als Jolijn. Die twee hadden leuk met elkaar kunnen spelen.... Ze maakte zich los van het raam. Het had geen zin om erbij stil te blijven staan. Op de ontbijttafel lag haar blocnote op haar te wachten. Er moest een boodschappenlijst komen. Het was veel beter om zich daar maar eens mee bezig te gaan houden.
Het leven zat wonderlijk in elkaar wanneer je bedacht dat mensen met een minimum inkomen zich nauwelijks iets extra's met de feestdagen konden veroorloven, terwijl zij hier in een supermarkt liep en haar boodschappenkar volstouwde met lekkere dingen, maar haar hart er nauwelijks bij was. Ze voegde een luxe kerststol aan haar boodschappen toe en vroeg zich af of juist misschien dié mensen op de een of andere manier 'rijker' waren. Met een familie, vrienden en geliefden om zich heen. Warmte. Gezelligheid.
Ze zuchtte diep. Ze moest hiermee ophouden. Ze hád familie. Ze zou het ook gezellig maken, ondanks het gemis. Bij de bloemen- en plantenafdeling kocht ze voor zichzelf een bos rode rozen waarvan de tere blaadjes bedekt waren met een laagje goudglitter. Ze nam meteen ook een rijk bloeiende kerstster voor Antonia mee. Geduldig wachtte ze in de lange rij voor de kassa, starend naar de bos bloemen bovenop de boodschappen. Was dat laagje goudglitter eigenlijk niet het laagje dat de meeste mensen rond deze dagen over hun emoties als gemis, eenzaamheid, schaarste in wat voor vorm dan ook, verdriet of rouw legden? Had ze daarom deze bloemen gekocht? Het was waar: in deze periode van het jaar miste ze het gezin zoals ze het had gekend, háár gezinnetje, het meest. Daarom was ze zo dankbaar dat Antonia sinds kort weer contact had met haar ex partner. Antonia was jaren geleden gescheiden. De reden waarom was haar nooit helemaal duidelijk geworden. Antonia bleef daar wat vaag over. Maar afgelopen zomer had Antonia haar verteld dat ze af en toe weer voorzichtig contact met elkaar hadden. Tien dagen geleden was ze haar tegengekomen in de centrale hal van de flat en toen had Antonia verteld dat ze misschien weg zou zijn met de feestdagen.
"Filip heeft me uitgenodigd om de kerstdagen bij hem door te brengen." Haar donkerbruine ogen hadden gestraald. "Zoals je weet, woont hij in Haarlem." Die informatie was nieuw voor haar geweest.
"Hmmm, misschien heb je me dat al eens verteld, maar is me dat ontschoten. Hoe dan ook, ik wens je heerlijke feestdagen toe, Antonia. Wat fijn, dat jullie weer contact met elkaar hebben. Het is je van harte gegund." Ze herinnerde zich dat Antonia in een vertrouwelijk gebaar haar gehandschoende hand op haar arm had gelegd. Handschoenen van het allerduurste leer, zoals alleen Antonia die kon dragen.
"We hebben het zelfs al voorzichtig over trouwen gehad." Het kleine, frêle vrouwtje -haar geringe lengte overbruggend met klassieke, zwarte pumps en gehuld in een charmant beige bontjasje- had gestrááld. Ze was oprecht blij geweest voor de oudere vrouw.
"Ik weet dus niet of ik er zal zijn om boodschappen voor je te kunnen doen, Eva." Antonia had haar verontschuldigend aangekeken. Ze had haar hoofd geschud.
"Geeft niet. Ga jij nu maar heerlijk genieten! Ik ben de tweeëntwintigste weer thuis. Voldoende tijd en gelegenheid om boodschappen in huis te halen.” Ze had Antonia verteld dat haar zus Maaike met haar dochtertje Jolijn op tweede kerstdag bij haar zouden komen eten en Antonia's gezicht was opgeklaard.
"Dat is mooi, mensen moeten niet alleen zijn met de kerstdagen. Niets erger dan dat."
Ze schrok op uit haar herinneringen toen het haar beurt bij de kassa was en haalde haar portemonnee voor de dag. Straks zou ze de kerstster voor Antonia even bij haar binnen zetten en de plant wat water geven. Ze kwam wel niet vaak bij haar onderbuurvrouw over de vloer, maar ze hadden over en weer wel elkaars sleutel.
De doodenkele keer dat ze bij haar buurvrouw een voet over de drempel zette, was ze altijd een beetje bang iets vuil te maken of per ongeluk iets om te stoten. Bij Antonia lagen nu eenmaal de tijdschriften en kranten niet slordig in de lectuurbak, zelden stond er een gebruikt kopje of bordje op het aanrecht en altijd hing er een geur van een of ander schoonmaakmiddel. Ze snoof. Dit keer was het een dennengeur. Antonia hield van wit. De wanden van haar woning waren wit, de overgordijnen in de woonkamer hielden het midden tussen gebroken wit en ecru en ook het lederen hoekbankstel was wit. Daarnaast hield Antonia van sierglaswerk. De vitrinekast die tegen de muur tegenover de televisie stond, stond er propvol mee en aan beide zijden van het bankstel prijkten twee enorme vazen waarin hoge takken met rode bessen stonden. Het hele interieur ademde klasse uit, zoals Antonia klasse uitstraalde. Eva staarde een kort moment naar de kale neuzen van haar afgetrapte laarzen en hoopte maar dat de zolen redelijk schoon waren; het hoogpolige grijze tapijt zou vast lastig te reinigen zijn. Omzichtig, de kerstster dicht tegen zich aanhoudend, liep ze naar de smetteloze keuken. Ineens ving haar blik de talloze kerstkaarten aan linten aan de huiskamerdeur. 'Wat leuk dat er nog zoveel mensen aan de oudere vrouw dachten....' Nadat ze de plant water had gegeven liet ze hem voor alle zekerheid maar op het aanrecht staan: daar kon hij weinig kwaad. Antonia moest zelf maar bekijken waar ze hem wilde zetten; ze moest er niet aan denken om vochtige aarde te morsen in deze omgeving. Snel krabbelde ze een kerstgroet op de kaart die ze had gekocht, schoof hem in de enveloppe en zette hem tegen de plant. Ze stak haar hoofd om de inspringende muur waarachter Antonia haar eettafel had staan en stond een moment als aan de grond genageld. De tafel was voor vijf personen gedekt en geheel in kerstsfeer opgemaakt; hij leek zo te zijn weggeplukt uit een toonkamer bij Intratuin. Eva keek om zich heen; was Antonia dan toch thuis? Verwachtte ze gasten? En Filip dan? Ze opende de toegangsdeur naar de lange gang en riep Antonia's naam. Het was doodstil in huis. Alleen het slingeruurwerk van de pendule op het dressoir tikte de minuten van de grijze, kille middag weg. Antonia's slaapkamerdeur stond open. Aarzelend betrad ze de gang, niet wetend wat ze zou aantreffen. Ze kon er de vinger niet achter krijgen, maar iets klopte er niet. Ze stak haar hoofd om de deur en herademde. Het bed zag er onbeslapen uit en was keurig netjes opgemaakt. Haar aandacht werd getrokken naar een portretfoto in een fraai lijstje op het nachtkastje. Het was het portret van een oudere, maar charmante man met een forse, grijze snor, een brede glimlach en een twinkeling in zijn ogen. 'Dit moest Filip zijn; dat kon haast niet anders...' Toch was er iets vreemds aan de foto. Aarzelend liep ze naderbij; voor een foto glansde hij wel erg onnatuurlijk. Ze pakte het lijstje op en bekeek de afbeelding nauwkeurig; het was helemaal geen foto! Het leek op de afbeelding uit een blad of tijdschrift. Ze vroeg zich af of ze het moest doen; kon ze zomaar op onderzoek uitgaan? Maar haar wijsvinger haakte het hoekje al los waarmee de achterzijde van het lijstje op zijn plaats werd gehouden. Een dun velletje papier dwarrelde uit het frame voor haar voeten op de grond. Ze bukte zich om de afbeelding op te rapen. Ze had het bij het rechte eind gehad; het was geen foto. Het was gewoon een uitgeknipte afbeelding. Fronsend draaide ze de afbeelding om; op de achterzijde was een deel van een of ander recept te lezen. Ze had werkelijk geen idee wat ze hiervan moest denken; had Filip in een of ander tijdschrift gestaan? Had Antonia daarom de foto uitgeknipt? Zo voorzichtig mogelijk stopte ze de afbeelding weer terug in het lijstje en zette het terug op het nachtkastje. In gedachten verzonken liep ze terug naar de woonkamer. Ze greep haar sleutels van het aanrechtblad en keek naar de talloze kaarten op Antonia's woonkamerdeur. Er waren een paar zeer fraaie dubbele kaarten bij met mooie, sfeervolle winterse taferelen. Ze kwam naderbij om ze wat beter te kunnen bekijken. Niet alle kaarten echter waren even goed vastgezet met een knijpertje. Sommige vielen open en tot haar stomme verbazing blanco. Onbeschreven. Met een groeiend gevoel van onbehagen tilde ze het lint op waaraan de kaarten hingen. Op de enkelvoudige kaarten stond op de achterkant evenmin iets. En het andere lint dan? Van de tien kaarten bleek er één beschreven te zijn. Het was een kaart van Filip en hij schreef dat hij ernaar uitzag om de kerstdagen met Antonia in Haarlem door te brengen. Maar het handschrift… Ook daar was iets mee... Antonia krabbelde vaak een groet voor haar neer wanneer ze voor haar de boodschappen gehaald had; ze kende dit handschrift of ze moest zich wel heel erg vergissen. Dit was duidelijk het handschrift van Antonia. Perplex staarde ze naar de woonkamerdeur. Vijfentwintig blanco kerstkaarten en één die ze hoogstwaarschijnlijk aan zichzelf gericht had.
De weerman op het acht uur journaal voorspelde natte sneeuw. Halverwege de nacht kon het overgaan in sneeuw die bleef liggen. De kans erop was het grootst in het oosten en noorden van het land. Ze luisterde slechts met een half oor. Het unheimische gevoel dat haar had overvallen toen ze in de flat van Antonia was, liet zich niet gemakkelijk wegredeneren. Het bleef vreemd, heel vreemd. Ze trok de warme plaid dichter om haar benen en nam een slok van haar rode wijn. Voor haar op de salontafel stond de doos waarin de pizza had gezeten die ze had laten bezorgen; ze had het zichzelf maar gemakkelijk gemaakt. Ze gaapte achter haar hand en keek naar buiten: het sneeuwde al. Al met al was het een natte, kille bedoening buiten en niet voor de eerste keer vroeg ze zich af waar Antonia kon zijn. Was er überhaupt wel een ex echtgenoot die haar opnieuw ten huwelijk had gevraagd? Zat Antonia wel in Haarlem? Zo niet, waar dan? Ongedurig stond ze op en ging uit het raam staan kijken. In de verte glinsterden de lichtjes van de stad. Wie kon ze bellen? Antonia had geen 06 nummer. Evenmin waren er kinderen die ze kon bellen. Antonia was kinderloos gebleven. Moest ze de politie bellen? En wat dan? Wat had ze voor bewijs dat er iets ergs was gebeurd? Ja, ze had wat vreemde ontdekkingen gedaan, maar wat kon de politie daarmee? Het waren veronderstellingen geen vaststaande feiten. Rond de klok van tien begon haar jetlag weer op te spelen; in bed kruipen en lekker lang slapen was ineens heel erg aanlokkelijk. Ze knipte de schemerlampen uit, draaide de thermostaat van de verwarming lager en slenterde naar de badkamer om haar tanden te poetsen. Tien minuten later lag ze onder het dikke dekbed. Ze rolde zich op haar linkerzijde en bedacht dat ze vergeten was de overgordijnen dicht te doen; dikke, natte vlokken bleven aan haar ruit plakken om vervolgens als grote tranen langs het glas verder naar beneden te rollen. Waar Antonia ook was, Eva kon alleen maar hopen dat de oude vrouw in deze koude nacht ergens zou zijn waar het warm en veilig was.
Ze werd wakker van haar telefoon. Zo middenin de nacht klonk het geluid alarmerend. Haar gedachten waren meteen weer bij Antonia. Ze wierp een blik op de wekker; het was net drie uur geweest. Ze graaide naar haar telefoon en was eigenlijk nauwelijks verbaasd toen bleek dat ze met de politie sprak. Antonia was gevonden op een bankje in het Schoterbos in Haarlem. Koud, verkleumd en in de war, maar ook weer niet zo in de war om te vergeten de politiemensen het nummer van haar buurvrouw te geven.
"U bent mevrouw van Rijn?"
"Dat ben ik. Ik begrijp dat mevrouw Kriek mijn telefoonnummer bij zich had?"
"U staat in haar adressenboekje, mevrouw, als ICE nummer."
"Oh." Ze was even perplex. "Oké, ik begrijp het, geloof ik...." Tientallen vragen rezen in haar op; wat ter wereld deed Antonia in het Schoterbos in Haarlem? Nota bène met dit weer?! En waar was Filip? Bestond hij eigenlijk wel? Of was hij een macaber verzinsel?
"Mevrouw blijft een nachtje ter observatie in het ziekenhuis", verbrak de stem van de agente haar gedachtegang. "Ze was behoorlijk onderkoeld en maakte een nogal verwarde indruk. Als alles verder met haar in orde is, dan kan ze morgen terug naar huis. Ik zal u het telefoonnummer van het ziekenhuis geven; daar kunnen ze u morgen meer vertellen. U bent in staat om haar op te komen halen? Ik bedoel, wat we van mevrouw Kriek begrepen is er verder geen familie, behalve een verre neef die in Nieuw Zeeland woont. Mevrouw is kinderloos, dus...." De stem van de agente stierf weg.
"Ik begrijp het. Geen probleem, ik kan haar komen ophalen. Maar ehm... ", ze zocht naar woorden, "kunt u me iets meer over de toedracht vertellen? Het hoe en waarom? Ik bedoel, ik ken haar zo helemaal niet, eigenlijk. Ik ben haar buurvrouw. We spreken elkaar niet zo heel vaak, maar ze heeft op mij nog nooit een verwarde indruk gemaakt." De agente aan de andere kant schraapte haar keel.
"We zien dit helaas steeds vaker gebeuren, mevrouw van Rijn. Oudere mensen die op zichzelf wonen, die in principe in staat zijn om zichzelf te verzorgen en ook zelf hun woning bijhouden, maar door ouderdom en vaak ook vanwege een stuk eenzaamheid dingen beginnen te vergeten. Soms wordt er ook wat gemakkelijker naar een borreltje gegrepen, met alle gevolgen van dien... Mevrouw heeft vroeger in Haarlem gewoond, vertelde ze. Daar liggen de meeste herinneringen voor haar, maar er is in de loop der jaren ook veel veranderd en bijgebouwd in de stad. Ze was licht onder invloed van alcohol toen we haar vonden. Het lijkt erop dat ze de weg een beetje is kwijt geraakt, letterlijk en figuurlijk, waardoor ze is gaan dwalen. Toen we haar vonden zei ze dat ze naar huis moest, omdat Filip op haar wachtte. Ze gaf een adres in de buurt van het Spaarne op. We zijn daar naartoe gereden maar er bleek geen Filip te wonen. "
"Ach, nee..." Eva slikte.
"Ouderen zoals mevrouw Kriek verkeren vaak in de stellige overtuiging dat hun gezin nog op het opgegeven adres woont, maar als je daar dan komt, blijken er heel andere mensen te leven. Realiteit en herinneringen lijken door elkaar te lopen."
"En toekomst", voegde ze eraan toe.
"Pardon?"
Ze vertelde wat ze die middag in de flat van Antonia had ontdekt en dat Antonia haar een paar maanden geleden had verteld dat haar ex partner weer contact met haar had opgenomen en dat ze nadachten over een nieuwe start.
Ze hoorde een diepe zucht aan de andere kant van de lijn.
"Triest, dit soort situaties. Diep triest. Mevrouw heeft ons hierover niets verteld. Nadat we met haar terug op het bureau waren, hebben we haar koffie en koek aangeboden. Daar leefde ze duidelijk van op. Maar ook dit zien we vaker gebeuren. Dan beginnen ze te praten over vroeger. Ineens zijn ze dan weer in de realiteit. Is het de aandacht die ze op zo'n moment krijgen? Wie zal het zeggen? Ze vertelde dat ze een groot deel van haar leven met haar ex partner Filip aan de Kloppersingel heeft gewoond...."
"Zou het beginnende Alzheimer kunnen zijn?" opperde Eva. Het duurde even voordat de agente aan de andere kant van de lijn antwoord gaf.
"Ik ben geen deskundige op dit vlak. Vandaar dat het goed is dat ze een geriatrisch onderzoek krijgt en een nachtje ter observatie in het ziekenhuis blijft. Maar zoals ik al zei, ik heb dit vaker gezien. Ik verwacht dat het hierbij blijft."
Eva krabbelde het telefoonnummer van het ziekenhuis neer waar Antonia verbleef en de agente drukte haar op het hart toch vooral lekker te gaan slapen en pas de volgende dag in de loop van de ochtend te bellen.
"Er wordt goed voor mevrouw Kriek gezorgd. Hoogstwaarschijnlijk slaapt ze nu." Nadat ze het gesprek had verbroken, stond ze een hele tijd in gedachten verzonken naar buiten te kijken, de donkere nacht in. Zou zij over veertig jaar ook zo zijn? Zoekend naar het graf van haar gestorven dochtertje en naar Leon? Leon, die de plotselinge dood van zijn dochtertje nooit goed had kunnen verwerken, en wat de reden was geweest dat ze vier jaar geleden uit elkaar waren gegaan. Zou er dan iemand zijn die naar haar omkeek als ze zo eenzaam en verward was? Ze moest denken aan een bekend lied en zong zachtjes de laatste paar regels de stille, donkere nacht in: “Als het einde komt en als ik dan bang ben, mag ik dan bij jou?”
Ze had nooit gedacht op eerste kerstdag samen met Antonia te zullen gourmetten, maar hier zaten ze dan toch: aan Antonia’s feestelijk gedekte tafel met allemaal lekkere hapjes en dingetjes. Antonia was weer gewoon haar eigen stralende zelf en zag er als om door een ringetje te halen uit. Toch lag er iets kwetsbaars in die mooie, donkerbruine ogen wat Eva nooit eerder echt was opgevallen. Inmiddels was het haar duidelijk dat Antonia heel veel ballen in de lucht hield om vooral niet eenzaam of zielig te worden gevonden. Antonia lachte haar stralend toe.
"Ik was een beetje in de war. Maar kind, wat heerlijk dat jij kwam om me te redden!"
Eva schoot in de lach om de manier waarop ze zich uitdrukte.
"En wat fijn dat alles psychisch gezien in orde is met je, Antonia..." De oudere vrouw glimlachte en schonk zichzelf nog een glaasje rode wijn in. Eva legde even haar hand op de arm van Antonia. "Je weet wat de arts hebt gezegd, hè? Dat je hier" -ze tikte met de nagel van haar wijsvinger tegen de fles- "wel in moet gaan matigen.” Ze trok even een gezicht. "Sorry, ik wil niet als een schooljuffrouw klinken." Antonia schudde haar hoofd.
"Nee, het is goed. Jullie hebben gelijk. Allemaal. Maar wijn maakt me altijd een beetje lichter en vrolijker. Ik wil in deze tijd van het jaar niet herinnerd worden aan het feit dat Filip is weg gegaan. Liever denk ik dan aan onze goede jaren in Haarlem..." Ze staarde in haar glas, ver weg met haar gedachten. “Oh, Eva, zoveel goede herinneringen..." Ze knikte even instemmend. "Ja, toch ook. Ondanks...." Eva greep haar hand, glimlachte even om de keurig gemanicuurde en gelakte nagels.
"Wil je me erover vertellen, Antonia? Ik ben heel erg benieuwd naar jouw verhalen." De oudere vrouw knikte en begon te stralen.
"Als jij alvast water voor de thee op zet, dan haal ik de fotoalbums..."